Herkenbaarheidsfase 3 t/m 5: 

Tekenen begint vanaf 3 jaar. Het kind gaat dan experimenteren met verschillende vormen en kleuren. Je kunt al zien wanneer je een kind in een zandbak zet dat ze vormen gaan maken. Vanaf groep 1 leren kinderen kleuren en hoe ze een potlood vast moeten houden. Je kan dan al zien dat sommige kinderen beter kunnen tekenen dan andere kinderen. Er zijn bepaalde kinderen die het belangrijk vinden om het netjes te maken. Tegenover zijn er kinderen die het helemaal niks boeien en willen zo snel mogelijk iets anders doen. De opdrachten die de kinderen van 3 tot 6 jaar krijgen zijn vooral beginnend tekenen. Ze leren hoe ze netjes kunnen tekenen, maar ook bepaalde kleuren met elkaar kunnen gebruiken. Zoals buitenkant donker en binnenkant licht. Voordat een les begint wordt er meestal een kleurplaat op tafel gezet zodat kinderen een beetje kunnen oefenen. Bij groep 1 en 2 wordt er vooral kleurplaten gegeven en soms een portret van jezelf maken. Daarvoor moeten ze leren hoe ze een cirkel en ander figuren moeten tekenen. Vanaf die periode leren ze poppetjes tekenen, maar ook fantasiedieren. Dat noem je de koppoters. Als ze dat geleerd hebben leren ze dat alles mogelijk is en dat je je fantasie kunt gebruiken.

 

Bij deze plaatjes kan je zien dat de kinderen poppetjes hebben getekend. De poppetjes hebben bepaalde figuren erin zitten. Zoals een cirkel en een driehoek. Kinderen zijn geneigd om figuren te gebruiken voor poppetjes en dieren. Die hebben ze geleerd van hun juf of meester. De poppetjes moeten ook ingekleurd worden. Kinderen hebben gezien in hun omgeving hoe mensen eruitzien dus daaruit halen ze de kleuren die ze moeten gebruiken.

Activiteit 1:

Kinderen moeten een zelfportret gaan maken. Daarin moeten ze figuren gebruiken. Als ze klaar zijn moeten ze het inkleuren met de kleuren hoe ze er nu uitzien.

 

Activiteit 2: 

De kinderen mogen een wezen maken met de fantasie die ze hebben. Zo kunnen krijgen ze een kans om creatief te zijn.

 

Tekentaal 5 t/m 7 jaar

Vanaf ongeveer een jaar of 5 zul je zien dat kinderen steeds meer een echte vorm gaan geven aan wat ze zien. Bijvoorbeeld armen en benen worden steeds vaker getekend waar ze horen: de armen boven aan het lijf en de benen eronder. En het hoofd scheidden ze af van het lijf. Deze kenmerken luiden het begin van de schematiseringsfase in. Een belangrijk aspect van de schematiseringsfase is het aanleren van vaste vormen, bijvoorbeeld codes, voor bepaalde onderwerpen. Net als een huis, die heeft altijd dezelfde vorm en opbouw. Dat geld ook voor bijvoorbeeld een vliegtuig, bezem, paard, vogel, bloem, een bal en nog veel meer onderwerpen van tekeningen. Een kind van deze leeftijd zal een bloem altijd op dezelfde manier tekenen en ook het huis ziet er altijd het zelfde uit.

 

In deze fase tekenen kinderen steeds vaker wat ze nu weten in plaats van wat ze allemaal zien. Ze weten steeds meer over de wereld en hun fijne motoriek ontwikkelt zich verder. Omdat hun kennis groter wordt kunnen ze zich beter een werkelijkheid voorstellen. Kinderen gaan ook vooral dingen op een hoofd steeds realistischer tekenen, bijvoorbeeld de haren worden geen dikke krasstrepen meer, maar veel kleine dunne streepjes. Papa heeft kort haar en een lange broek aan, mama lang haar en een bloemetjesjurk.

Een belangrijk kenmerk in deze fase is het steeds duidelijker onderscheid tussen mannen en vrouwen in hun tekening. De haren en kleding spelen een belangrijke rol bij het verduidelijken van het verschil tussen man en vrouw. Soms word mama op de tekening groter getekend op de tekening dan papa, of andersom. Dit kan komen doordat een van de ouders een grotere rol speelt bij het opvoeden.

Tekeningen van kinderen vanaf 6 jaar worden steeds realistischer. Kinderen beginnen een oog te krijgen voor wat er te zien is in de wereld. Want ze willen natuurlijk dat de tekening echt lijkt. De werkelijkheid en fantasie in de tekeningen van deze kinderen lopen meestal nog helemaal door elkaar.

Ook gaan de kindertekeningen steeds meer details vertonen. Baby’s worden in de buik getekend. Maar de verhoudingen kloppen nog niet, kinderen kunnen nog geen diepte gebruiken. Het is vaak een leuke periode waarin het kind vrijmoedig en spontaan tekent.

 

Activiteit 1 :

Teken jou huis, met voortuin en misschien staat jullie auto ook nog wel voor het huis.

 

Activiteit 2: 

Teken Mama  en Papa. Zorg dat de juf papa of mama kan herkennen, dus maak papa en mama er zo uit dat wij kunnen zien dat dat papa of mama is. Bijvoorbeeld. ‘ De papa van Ruben is timmerman, dus op de tekening heeft de papa van Ruben een hamer in zijn hand.

Maak jouw eigen website met JouwWeb